Het staat de gemeente vrij om voor de heffing van het rioolrecht aan te knopen bij de WOZ-waarde

Aan belanghebbende is een aanslag rioolrechten opgelegd door de gemeente Apeldoorn. In hoger beroep is in geschil of de WOZ-waarde als maatstaf voor heffing van het rioolrecht mag worden gehanteerd en of die keuze leidt tot onverbindendheid van de verordening.
Het hof oordeelt dat de wetgever de gemeenten een ruime vrijheid heeft willen geven bij het opnemen van heffingsmaatstaven in de belastingverordeningen. In de parlementaire geschie-denis is opgemerkt dat de waarde in het economische verkeer van een op de riolering aangesloten object als heffingsmaatstaf voor een rioolaansluit- of rioolafvoerretributie goed denkbaar wordt geacht (Kamerstukken II 1989/90, 21 591, nr. 3, blz. 66). Hieruit volgt dat het de gemeente vrij staat om voor de heffing van het rioolrecht aan te knopen bij de WOZ-waarde (HR 15 mei 2009, nr. 07/13148, LJN BD5477). De stelling van belanghebbende dat heffing naar WOZ-waarde een verboden heffing naar draagkracht inhoudt, is ongegrond omdat bij de vaststelling van die waarde niet eerst de draagkracht wordt bepaald en omdat een hoge WOZ-waarde niet per definitie staat voor een grotere draagkracht. Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.