Belanghebbende is meest gerede partij om hoofdverblijf aannemelijk te maken

Belanghebbende is in gemeenschap van goederen gehuwd en heeft aangegeven dat hij en zijn echtgenote een zogenaamde LAT-relatie hebben. Tot de huwelijksgemeenschap behoort een gemeubileerde woning in de gemeente Schouwen-Duiveland. Belanghebbende woont in een andere gemeente en is daar ook ingeschreven bij de GBA. De echtgenote is ingeschreven in de GBA van Schouwen-Duiveland en ontvangt daar de post van de rijksbelastingdienst. Belanghebbende heeft bij de rechtbank geweigerd om “privacy tartende” gegevens te verstrekken (nieuwsservice 2013, week 25).
Het hof stelt voorop dat in beginsel op de heffingsambtenaar de last rust om aannemelijk te maken dat voldaan wordt aan de voorwaarden van het belastbare feit. Dit betekent dat in beginsel de heffingsambtenaar aannemelijk zou moeten maken dat de echtgenote haar hoofdverblijf niet in Schouwen-Duiveland heeft. Echter, een redelijke verdeling van de bewijslast brengt naar het in dit geval, waarbij het met name gaat over het aandragen van feiten en omstandigheden die moeten dienen ter beantwoording van de vraag “waar het middelpunt van iemands leven zich bevindt”, een andere verdeling van die bewijslast mee. De heffingsambtenaar zou dan immers een negatief bewijs moeten leveren, hetgeen zo goed als onbewijsbaar is. Het hof is van oordeel dat belanghebbende de meest gerede partij is om aannemelijk te maken dat de echtgenote haar hoofdverblijf in de gemeente heeft. Het hof is van oordeel dat met hetgeen belanghebbende heeft aangevoerd, niet aannemelijk is gemaakt dat de echtgenote haar hoofdverblijf in de gemeente heeft. Hieraan doet niet af dat de heffingsambtenaar zich niet ook rechtstreeks tot de echtgenote heeft gewend met de vragen, die wel aan belanghebbende zijn gesteld en ter zake waarvan belanghebbende zich op het standpunt heeft gesteld dat hij zich niet bevoegd achtte om die informatie bij de echtgenote in te winnen. Het hof komt onder deze omstandigheden niet toe aan de beantwoording van de vraag of sprake is van schending van artikel 47 van de AWR.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.