Parkeerbelasting; geen inzicht in onderbouwing van de kostenraming

In geschil is of aan het door de gemeente Bergen in rekening gebrachte kostenbedrag van € 49 een deugdelijke kostenraming ten grondslag ligt.
Het hof oordeelt dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat in de kostenraming uitsluitend kostenposten zijn begrepen die daarin op grond van artikel 2 van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen mogen worden opgenomen. Zonder verdere toelichting of onderbouwing blijft onduidelijk of de door de gemeente geraamde kosten uitsluitend bestaan uit de in artikel 2 van het Besluit genoemde kostenposten. Nu de heffingsambtenaar geen inzicht heeft kunnen geven in de onderbouwing van de raming, dient de naheffingsaanslag te worden verminderd met het bedrag van de kosten tot € 1. 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.