Verordening biedt geen juridische grondslag voor een toeslag voor promotieactiviteiten

Aan belanghebbende is een aanslag precariobelasting opgelegd. De aanslag is opgebouwd uit € 221,40 voor de ingenomen vierkante meters oppervlakte en € 13,50 aan toeslag promotieac-tiviteiten. De heffingsambtenaar van de gemeente Helmond heeft het bezwaar van belangheb-bende ongegrond verklaard. De Rechtbank Breda oordeelde dat de promotieactiviteiten niet kunnen worden begrepen onder ‘het innemen van een standplaats op de markt, hebben van voorwerpen onder, op of boven voor openbare dienst bestemde gemeentegrond op de dag, de plaats en gedurende de tijd dat ter plaatse een markt wordt gehouden’. De rechtbank laat de verordening daarom, voor zover deze ziet op de toeslag voor promotiedoeleinden, als onver-bindend buiten toepassing en verklaart het beroep gegrond (nieuwsservice 2012, week 11). De heffingsambtenaar heeft in hoger beroep aangevoerd dat de toeslag voor promotiedoeleinden is toegestaan, omdat er een autonome tariefsverhoging is voor de marktdagen woensdag en zaterdag.
Het hof overweegt dat uit de stukken blijkt dat het bedrag wordt geheven ter dekking van de kosten van promotieactiviteiten. Deze activiteiten vormen feitelijk door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als bedoeld in art. 229, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet en moeten apart worden bezien van het belastbare feit voor de precariobelas-ting. Voorts merkt de verordening het genot van de door de gemeente verstrekte diensten, de promotieactiviteiten, niet aan als belastbaar feit. Het hof laat de verordening, voor zover het tarief ziet op promotiedoeleinden, als onverbindend buiten toepassing.
Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond.