Beroep op vertrouwensbeginsel slaagt omdat uitlatingen ambtenaren omgevingsdienst worden toegerekend aan heffingsambtenaar
Belanghebbende dient bij de gemeente Arnhem een aanvraag in voor een omgevingsvergunning. Belanghebbende voert aan dat ambtenaren van de omgevingsdienst hebben aangegeven dat geen leges in rekening zouden worden gebracht als de aanvraag zou worden ingediend vóórdat het nieuwe bestemmingsplan in werking zou treden.
De rechtbank overweegt dat de heffingsambtenaar in beginsel terecht leges in rekening heeft gebracht aangezien het bestemmingsplan al was geactualiseerd, hoewel nog niet in werking was getreden. Hoewel vertrouwen in principe alleen kan worden gewekt door het bevoegde bestuursorgaan, mocht belanghebbende toch aannemen dat de aan haar verstrekte informatie aan de heffingsambtenaar toegerekend kon worden. Het antwoord op de vraag of de legessanctie voor de vergunningaanvraag geldt hangt af van de juridische status van het vigerende bestemmingsplan. Hiertoe waren de desbetreffende ambtenaren in beginsel wel bevoegd om uitspraken te doen. De rechtbank acht aannemelijk gemaakt dat belanghebbende haar handelen heeft afgestemd op de informatie die haar is gegeven. Ook als de aanvraag inhoudelijk is getoetst aan het nieuwe bestemmingsplan, doet dit niet af aan de concrete toezegging met betrekking tot de legessanctie. Belanghebbende hoefde als leek op fiscaal-juridisch gebied redelijkerwijs niet te begrijpen dat de inlichtingen onjuist waren. Dit betekent dat bij belanghebbende het in rechte te beschermen vertrouwen is gewekt dat zij geen leges verschuldigd zou zijn.
DATUM:
28 maart 2019
ECLI:
ECLI:NL:RBGEL:2019:1358
ZAAKNUMMER:
18/4732
INSTANTIE:
Rechtbank Gelderland