Leges; toetsing aan opbrengstnorm en algemene rechtsbeginselen

Van belanghebbende zijn in 1999 ter zake van de verstrekking van een nationaal paspoort leges geheven. In de Legesverordening wordt een groot aantal leges geregeld. Het totaal van de geraamde lasten van alle in de Verordening genoemde diensten is hoger dan het totaal van de geraamde opbrengsten van alle daarin genoemde diensten. De geraamde lasten van de diensten bestaande uit het verstrekken van rijbewijzen en reispapieren zijn echter lager dan de geraamde opbrengsten van deze diensten.
In cassatie is aan de orde of het bepaalde in artikel 229b, eerste lid, van de Gemeentewet van toepassing is op de Legesverordening in haar geheel dan wel op afzonderlijke dan wel samenhangende groepen van diensten. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof in het licht van de wetsgeschiedenis met juistheid heeft geoordeeld dat de tekst van de bepaling niet dwingt tot de uitlegging dat de daarin geregelde toets moet worden toegepast per door de gemeente geleverde dienst of per samenhangende groep van diensten. Wel dient een gemeente op controleerbare wijze vast te leggen welke uitgaven zij in welke mate door elk van de heffingen in een verordening beoogt te dekken, maar zulks dient met name nog om toetsing van een bepaalde heffing aan algemene rechtsbeginselen mogelijk te maken.
Dat in casu de geraamde winst op reispapieren 31,85% bedraagt en op rijbewijzen 39,9%, noopt volgens de Hoge Raad op zichzelf nog niet tot de conclusie dat bij de heffing ter zake van het verstrekken van een paspoort sprake is van een willekeurige en onredelijke belastingheffing.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.