Gecorrigeerde vervangingswaarde voor recreatieterrein
Belanghebbende betoogt dat de vervangingswaarde van het recreatieterrein op de bedrijfswaarde dient te worden gesteld, omdat het recreatieterrein bedrijfsmatig wordt gebruikt. Uit de resultaten blijkt volgens belanghebbende dat haar exploitatie winstgevend is geweest, zij het dat dit niet geldt voor dit recreatieterrein. Dit neemt volgens belanghebbende echter niet weg dat het streven bestaat op langere termijn met het recreatieterrein winsten te realiseren. De heffingsambtenaar van de gemeente Ubbergen betwist dat belanghebbende het recreatieterrein bedrijfsmatig gebruikt.
Tegen de ongegrondverklaring van het beroep door de rechtbank heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld.
Het hof kan het betoog van belanghebbende niet onderschrijven. Aangezien de waarde van het recreatieterrein ter discussie staat, dient uitsluitend te worden gekeken naar de resultaten die voortvloeien uit de exploitatie van dit terrein. De met het recreatieterrein verband houdende resultaten zijn voortdurend negatief. Voorts acht het hof niet aannemelijk dat op de waardepeildatum enig zicht op lonende exploitatiemogelijkheden bestond. Daarnaast wijzen ook de statuten, het feitelijk door belanghebbende gericht zijn op het algemeen belang van de bevordering van recreatie en toerisme, en de omstandigheid dat 23 gemeenten (middellijk) aandeelhouder van belanghebbende zijn, erop dat de exploitatie niet uitsluitend geschiedt om daarmee winst te behalen, maar ook en vooral om in het algemeen belang gelegen redenen. De vervangingswaarde kan derhalve niet op de bedrijfswaarde worden gesteld (HR 17 februari 1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2661).
Het hof verklaart het hoger beroep gegrond en bepaalt de waarde in goede justitie.
DATUM:
07 april 2010
ECLI:
ECLI:NL:GHARN:2010:BM2112
ZAAKNUMMER:
09/00114
INSTANTIE:
Gerechtshof Arnhem