Belanghebbende had inzicht moeten geven in de aan de inschrijving en verstrekte opdrachten ten grondslag liggende stukken

De heffingsambtenaar van de gemeente Nijmegen heeft na bezwaar de aanslag leges activiteit bouwen gehandhaafd. In de aanvraag heeft belanghebbende onder meer vermeld dat de geraamde bouwkosten € 29.000.000 exclusief BTW bedragen. Bij de berekening van de leges is de heffingsambtenaar uitgegaan van een geraamd bedrag aan bouwkosten van € 37.994.873,95 exclusief BTW. Belanghebbende bepleit dat moet worden uitgegaan van de werkelijke bouwkosten van € 32.335.179 inclusief BTW.
De heffingsambtenaar heeft gesteld dat bij een dergelijk omvangrijk bouwproject niet uit een opdrachtbevestiging alleen kan worden afgeleid waarop de werkzaamheden betrekking hebben, zodat niet kan worden gecontroleerd of met de overeengekomen aannemingssom alle werken worden uitgevoerd waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft. Onder verwijzing naar een bouwkostenrapport heeft de heffingsambtenaar gesteld dat het grote verschil in geraamde bouwkosten en de door belanghebbende opgevoerde werkelijke kosten het vermoeden rechtvaardigt dat niet alle werkzaamheden in de verstrekte opdrachten zijn begrepen. De rechtbank ziet in hetgeen belanghebbende tegen het rapport heeft aangevoerd onvoldoende concrete aanknopingspunten om te twijfelen aan de juistheid of betrouwbaarheid van het rapport. Met name kan de kritiek van belanghebbende dat onjuiste kengetallen zijn gehanteerd, belanghebbende niet baten, nu zij bij het opstellen van haar eigen investeringskostenoverzicht ook is uitgegaan van door haarzelf verzamelde kengetallen, zonder duidelijk te maken waarom haar kengetallen kunnen bewijzen dat de in het bouwkostenrapport gehanteerde kengetallen onjuist zijn. Hetzelfde geldt voor het verschil in bruto vloeroppervlakte. Gelet hierop is het vermoeden van de heffingsambtenaar gerechtvaardigd en had belanghebbende ter weerlegging van dit vermoeden inzicht moeten geven in de aan de inschrijving en verstrekte opdrachten ten grondslag liggende stukken. Dat zij dit niet heeft gedaan dient voor rekening en risico van belanghebbende te blijven.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.