Verhoging bouwleges met 100% aangemerkt als boete
Aan belanghebbende is een aanslag leges opgelegd ter zake van een aangevraagde bouwvergunning. Ten aanzien van het niet binnen de termijn ingediend beroepschrift overweegt de rechtbank dat het feit dat belanghebbende haar verhuizing aan de GBA heeft doorgegeven de termijnoverschrijding niet verschoonbaar maakt. De heffingsambtenaar heeft echter meer dan een jaar na ontvangst van het bezwaarschrift uitspraak gedaan. Voorts bevatten de leges een 100% verhoging wegens legalisering van illegale bouwactiviteiten. De rechtbank merkt deze verhoging aan als boete, zodat het door artikel 6 EVRM gegarandeerde recht op toegang tot de rechter onvoldoende gewaarborgd zou zijn geweest indien de gevolgen van de termijnoverschrijding voor rekening van belanghebbende zouden blijven. Belanghebbende is ontvankelijk. Met betrekking tot de hoogte van de aanslag overweegt de rechtbank dat de heffingsambtenaar de verhoging van 100% heeft laten vallen. De vraag of belanghebbende aan uitlatingen het gerechtvaardigd vertrouwen mocht ontlenen dat vergunningvrij kon worden gebouwd kan buiten beschouwing blijven nu niet in geding is dat een bouwvergunning vereist was en een eventueel gerechtvaardigd vertrouwen niet kan leiden tot het oordeel dat daarvoor geen leges verschuldigd zouden zijn.
Terug naar kennisbankDATUM:
26 juli 2007
ECLI:
ECLI:NL:RBSGR:2007:BB9896
ZAAKNUMMER:
AWB 06/1383
INSTANTIE:
Rechtbank Den Haag