Cumulatie met onroerendezaakbelastingen toegestaan

Belanghebbende is eigenares van een in de gemeente Bergh gelegen gemeubileerde recreatiewoning. Belanghebbende woont buiten de gemeente. Aan belanghebbende is een aanslag onroerendezaakbelastingen opgelegd wegens het gebruik van de woning en is een aanslag woonforensenbelasting opgelegd ter zake van het in 1997 op meer dan negentig dagen voor zich beschikbaar houden van de woning. Belanghebbende betoogt dat het de gemeente niet is toegestaan deze belastingen naast elkaar te heffen en dat een cumulatie van onroerendezaakbelastingen en woonforensenbelasting strijdig is met beginselen van behoorlijke wetgeving. Naar het oordeel van de Hoge Raad geeft de Gemeentewet een gemeente de bevoegdheid zowel een onroerendezaakbelasting als een forensenbelasting te heffen. Noch de tekst, noch de geschiedenis van de totstandkoming van die bepalingen biedt steun voor de stelling dat de Gemeentewet niet toelaat die belastingen naast elkaar te heffen. Deze bepalingen zijn niet onverbindend wegens strijd met beginselen van behoorlijke wetgeving, aangezien, indien dit beginsel al bestaat, dit beginsel niet in een verdragsbepaling is vastgelegd, en het de rechter niet vrijstaat de wet in formele zin aan die beginselen te toetsen. De gemeente handelt niet in strijd met het in artikel 1 van de Grondwet opgenomen verbod tot discriminatie door aan personen die niet in de gemeente hun hoofdverblijf hebben, zowel een aanslag in de onroerendezaakbelastingen wegens het gebruik van een in de gemeente gelegen onroerende zaak als een aanslag in de woonforensenbelasting op te leggen, terwijl gebruikers van onroerende zaken die in de gemeente hun hoofdverblijf hebben, geen aanslag in de woonforensenbelasting ontvangen. De mogelijkheid van deze ongelijke behandeling vloeit voort uit de Gemeentewet. Voor het gebruik maken van die bevoegdheid is een rechtvaardiging gelegen in de omstandigheid dat de bijdrage die een gemeente op grond van de Financiële verhoudingswet ontvangt uit het gemeentefonds, mede afhankelijk is van het aantal inwoners van die gemeente en woonforensen daarbij niet tot de inwoners worden gerekend. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond. 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.