Wisselende uitingen op posters ten onrechte in de heffing betrokken

De heffingsambtenaar van de gemeente Zutphen heeft een aanslag reclamebelasting opgelegd, die na bezwaar is verminderd. De Rechtbank Zutphen heeft het beroep ongegrond verklaard.
In hoger beroep is in geschil of de vlaggen die fysiek noch met de vestiging van belanghebbende noch met het winkelcentrum als geheel zijn verbonden, terecht in de heffing zijn betrokken.
Het hof overweegt dat, gelet op de aard van de aankondiging op de vlaggen deze terecht zijn aangemerkt als gebruikt door één belastingplichtige en als behorende bij de vestiging van belanghebbende. Dit wordt bevestigd doordat belanghebbende voor de vlaggen een vergoeding betaalt aan de exploitant van het winkelcentrum. Dit wordt niet anders, doordat die exploitant het feitelijke beheer voert over de vlaggen en de masten waaraan ze zijn bevestigd.
In de Verordening is een vrijstelling opgenomen voor aankondigingen die korter dan 13 weken aanwezig zijn. Belanghebbende stelt dat een aantal aankondigingen tijdelijk, d.w.z. korter dan 13 weken, aanwezig zijn geweest.
Het hof overweegt dat zodra de boodschap van de aankondiging inhoudelijk verandert, er geen sprake meer is van dezelfde aankondiging. Niet specifiek is gesteld of gebleken dat de naam van belanghebbende ondanks de wisselingen van de aankondigingen een vast bestanddeel daarvan is blijven vormen en als zodanig voortdurend, althans ten minste 13 weken, zichtbaar is geweest. De aanslag moet verder worden verminderd.
Het hof verklaart het hoger beroep gegrond.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.