Aanmaningskosten terecht in rekening gebracht
De heffingsambtenaar van de gemeente Hillegom heeft een aanslag leges van € 4 gevorderd voor het verstrekken van 16 kopieën n.a.v. een Wob-verzoek. Belanghebbende heeft de leges niet betaald. Hierop zijn € 7 aan aanmaningskosten in rekening gebracht. De rechtbank heeft overwogen dat de nota namens B&W is uitgereikt. Vaststaat dat B&W niet bevoegd was tot het heffen van leges, er is sprake van een bevoegdheidsgebrek. Het bevoegde orgaan, de heffingsambtenaar, heeft echter het bestreden besluit op de voet van artikel 7:11 van de Awb aan een inhoudelijke beoordeling onderworpen en uitspraak op het bezwaar gedaan. Daarmee is het bevoegdheidsgebrek hersteld (vgl. HR 24 december 2010, nr.10/00154, ECLI:NL:HR:2010:BO0396). Van onrechtmatig geheven leges is daarom geen sprake. Nu belanghebbende de leges niet binnen de gestelde termijn heeft betaald, zijn de aanmanings-kosten terecht in rekening gebracht.
Het hof is van oordeel dat de rechtbank op goede gronden een juiste beslissing heeft geno-men. Hieraan voegt het hof toe dat vooropgesteld moet worden dat het bevoegdheidsgebrek niet zonder meer meebrengt dat het gevorderde legesbedrag niet is verschuldigd. Nu het bevoegde orgaan, de heffingsambtenaar, de aanslag op de voet van artikel 7:11 van de Awb aan een inhoudelijke beoordeling heeft onderworpen en uitspraak op het tegen de aanslag gemaakte bezwaar heeft gedaan, is het bevoegdheidsgebrek hersteld. Dit betekent dat met het besluit van 1 juli 2014 de verschuldigde leges op de in de wet voorgeschreven wijze zijn geformaliseerd. Nu de verschuldigde leges niet binnen de bij dat besluit van 1 juli 2014 gestelde termijn zijn betaald, was de invorderingsambtenaar bevoegd belanghebbende aan te manen en daarbij aanmaningskosten aan belanghebbende in rekening te brengen.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk met toepassing van art. 80a RO.
DATUM:
24 februari 2017
ECLI:
ECLI:NL:HR:2017:298
ZAAKNUMMER:
16/03394
INSTANTIE:
Hoge Raad