Gemeente heeft informatie over Cannock Chase terecht geweigerd openbaar te maken

Belanghebbende heeft de heffingsambtenaar van de GBRD verzocht op grond van de Wob om toezending van stukken die betrekking hebben op een aan hem opgelegde naheffingsaanslag. De heffingsambtenaar heeft het verzoek van belanghebbende afgewezen. Belanghebbende heeft hiertegen bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft het bezwaar ongegrond verklaard.
De Rechtbank Maastricht heeft het beroep ongegrond verklaard.
De heffingsambtenaar heeft de door belanghebbende gevraagde informatie over alle tussen de gemeente en Cannock Chase geldende afspraken over vergoedingen voor verrichte werkzaamheden, geweigerd openbaar te maken. Hieraan is ten grondslag gelegd dat deze informatie vertrouwelijk aan de gemeente meegedeelde bedrijfsgegevens van Cannock Chase betreft, zodat artikel 10, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wob aan openbaarmaking ervan in de weg staat.
De afdeling overweegt dat Cannock Chase geen bestuursorgaan is en geen deel uitmaakt van de overheid. Zij moet daarom worden aangemerkt als een derde, die bedrijfs- en fabricagegegevens vertrouwelijk aan de overheid kan meedelen en die in dat geval de bescherming toekomt die artikel 10, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wob beoogt te verlenen. De afdeling heeft met toepassing van artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb kennis genomen van de vertrouwelijk overgelegde stukken. De verzochte informatie ziet op de geldende tarieven voor de door Cannock Chase ten behoeve van de gemeente te verrichten werkzaamheden. Deze informatie, die inzicht geeft in de kosten waartegen Cannock Chase die werkzaamheden kan uitvoeren, betreft haar financiële bedrijfsvoering. De omstandigheid dat de rechtsvoorganger van Cannock Chase deze informatie aan de gemeente in het kader van de contractsonderhandelingen heeft meegedeeld, leidt niet tot het oordeel dat die informatie niet redelijkerwijs als vertrouwelijk meegedeeld mocht worden beschouwd. De heffingsambtenaar heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat dit bedrijfsgegevens zijn, als bedoeld in artikel 10, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wob en dat deze bepaling aan openbaarmaking ervan in de weg staat.
De Raad van State verklaart het beroep gegrond (om andere redenen), vernietigt het besluit en bepaalt dat de rechtsgevolgen in stand blijven.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.