Gemeente mag slaapforensen in de heffing van de toeristenbelasting betrekken
Belanghebbende exploiteert een accommodatie met gemeubileerde kamers die worden verhuurd aan buitenlandse arbeidskrachten. De huurders zijn werkzaam bij tuinbouwbedrijven in de omgeving. De huurders zijn niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens ingeschreven. De heffingsambtenaar van de gemeente Woensdrecht heeft een aanslag toeristenbelasting opgelegd van € 28.293. Belanghebbende stelt dat de huurders zijn aan te merken als ‘slaapforensen’. Forensen dienen volgens belanghebbende niet via de toeristenbelasting maar via de forensenbelasting te worden belast. Doordat de gemeente ervoor heeft gekozen de forensenbelasting te beperken tot woonforensen is voor slaapforensen geen belasting verschuldigd, aldus belanghebbende.
Naar het oordeel van de rechtbank is de raad van de gemeente Woensdrecht met de omschrijving van het belastbaar feit in de verordening binnen de door de formele wetgever in artikel 224 van de Gemeentewet getrokken grenzen gebleven. Noch de tekst noch de geschiedenis van de totstandkoming van de artikelen 223 en 224 van de Gemeentewet biedt steun voor de stelling dat de Gemeentewet niet toelaat slaapforensen onder het bereik te brengen van de toeristenbelasting.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
DATUM:
14 oktober 2011
ECLI:
ECLI:NL:RBBRE:2011:BU4987
ZAAKNUMMER:
AWB 11/2129
INSTANTIE:
Rechtbank Breda