Mandelig aandeel in openbare ruimte maakt onderdeel uit van appartement
Tussen partijen is niet in geschil dat de openbare ruimte in het gebied waarin het appartement van X is gelegen een mandelige zaak is. Het gebied is daarom op grond van art. 5:60 BW gemeenschappelijk eigendom van de eigenaren van de woningen in het gebied. Op grond van art. 5:63 BW kan het recht op een mandelig aandeel niet worden gescheiden van het eigendom van de woningen. Het is niet mogelijk om los van de woning over een mandelig aandeel te beschikken.
Omdat de openbare ruimte een mandelige zaak is en gemeenschappelijk eigendom van alle mandelige eigenaren gezamenlijk, is het dienstbaar aan die eigenaren gezamenlijk. De openbare ruimte is dan ook niet bestemd om los daarvan als afzonderlijk geheel te worden gebruikt. Een aandeel kan daarom ook niet afzonderlijk worden afgebakend en als onderdeel van een samenstel worden gezien, zoals bedoeld in art. 16, onder c en d, Wet WOZ. Dit betekent dat het mandelig aandeel van X moet worden gezien als een kenmerk en onderdeel van zijn woning. Het mandelig aandeel is dan ook terecht bij de WOZ-beschikking voor de woning betrokken.
DATUM:
05 juli 2019
ECLI:
ECLI:NL:RBMNE:2019:3615
ZAAKNUMMER:
UTR 18/4537
INSTANTIE:
Rechtbank Midden-Nederland