Immateriële schadevergoeding van € 50

De rechtbank heeft aan X een vergoeding van immateriële schade toegekend van € 50. Het hof verwijst naar zijn uitspraak van 16 januari 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:355, waarin is geoordeeld dat er ruimte is voor afwijkingen in bijzondere gevallen. Het hof voegt hieraan toe dat het arrest van de Hoge Raad van 14 juni 2024 (ECLI:NL:HR:2024:853) waarin de Hoge Raad aanleiding heeft gezien om zijn regels over de vergoeding van immateriële schade bij een gering financieel belang aan te passen, niet in de weg staat (en zelfs als ondersteunend kan worden opgevat) aan het matigen van de vergoeding in bijzondere gevallen (waarvoor het overgangsrecht geldt).

In deze zaak is sprake van:

  • een relatief gering en puur financieel belang;
  • een gebruikelijke beschikking met een gelding van korte duur;
  • een eenvoudige zaak met reeds vele malen verworpen standaardklachten, en
  • een procedure zonder (risico op) kosten voor belanghebbende.

De redelijke termijn was overschreden met 4 maanden. Daarmee correspondeert een schadevergoeding van € 50.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.