Onderzoek rechter naar aanbieding van via aangetekende post verzonden stukken
De Hoge Raad legt uit hoe de belastingrechter onderzoek moet doen naar de aanbieding van via aangetekende post verzonden stukken. Indien een partij niet reageert op een aangetekend stuk, dient te worden onderzocht of het stuk door PostNL op regelmatige wijze op het adres van die partij is aangeboden. Als de rechter op grond van de bevindingen van dat onderzoek concludeert dat PostNL het stuk op het juiste adres heeft uitgereikt of daar een zogenoemd afhaalbericht heeft achtergelaten, rechtvaardigt dat het vermoeden dat het stuk op regelmatige wijze op dat adres is aangeboden. Dan kan de rechter het onderzoek sluiten en het beroep met toepassing van art. 8:54 Awb niet-ontvankelijk verklaren omdat niet binnen de gestelde termijn is voldaan aan een vereiste voor het in behandeling nemen van het beroep. Indien een partij van wie het (hoger) beroep niet-ontvankelijk is verklaard, in een daartegen gedaan verzet betwist dat het stuk is uitgereikt of een afhaalbericht (op het juiste adres) is achtergelaten, brengt een goede procesorde mee dat de rechtbank of het hof, voor zover dat niet was gebeurd, die partij desgevraagd kennis laat nemen van de ter beschikking staande gegevens van PostNL. Het ligt op de weg van die partij het aan die gegevens ontleende vermoeden te ontzenuwen. Hiertoe is niet vereist dat die partij aannemelijk maakt dat het stuk niet is ontvangen of aangeboden. Voldoende is dat die partij feiten en omstandigheden aanvoert op grond waarvan de ontvangst of aanbieding van het stuk redelijkerwijs kan worden betwijfeld. Slaagt die partij erin dat vermoeden te ontzenuwen, dan moet worden aangenomen dat het stuk niet op regelmatige wijze is aangeboden.
Terug naar kennisbankDATUM:
07 mei 2021
ECLI:
ECLI:NL:HR:2021:705
ZAAKNUMMER:
20/01495
INSTANTIE:
Hoge Raad