Gunstigere behandeling ziet alleen op niet-industriële leidingen

X stelt dat de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam geen precariobelasting van Gasunie heft voor gasleidingen die worden gebruikt voor de levering van gas aan niet-industriële gebruikers, zoals particulieren. Dit is aan te merken als een begunstigend beleid dat als vrijstelling in de Verordeningen opgenomen had moeten worden. De rechtbank overweegt dat de gunstigere behandeling van Gasunie betrekking heeft op niet-industriële leidingen. X heeft alleen industriële leidingen en bevindt zich daarom niet in een vergelijkbare positie. Er is dus geen sprake van gelijke gevallen. Ook al zou dat zo zijn, dan is geen sprake van begunstigend beleid. Vaststaat dat de heffingsambtenaar van Gasunie geen precariobelasting heft op basis van een overeenkomst. Zoals ook uit de uitspraak van Hof Den Haag van 19 maart 2019 (ECLI:NL:GHDHA:2019:581) volgt, is de heffingsambtenaar niet bevoegd om precariobelasting te heffen van de leidingen die dienen voor de levering van gas aan niet-industriële gebruikers. De gemeente Rotterdam en Gasunie zijn dus overeengekomen dat de heffingsambtenaar zijn (publiekrechtelijke) bevoegdheid om precario te heffen niet zal uitoefenen. Dat is wat anders dan een begunstigend beleid voeren voor Gasunie.  

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.