Geval van overmacht; gedragingen verweerder in de procedure

In geschil is een naheffingsaanslag parkeerbelastingen. Het Hof is van oordeel dat aannemelijk is dat belanghebbende voor het parkeren de belasting voldeed die paste bij hetgeen zij voornemens was te doen. Het gaat erom welke betekenis toekomt aan het feit dat belanghebbende, die een spastische darm heeft, op de terugweg naar haar auto werd overvallen door buikkrampen, waardoor zij zich genoodzaakt zag in een warenhuis een toilet te bezoeken en daarna te laat terugkwam bij haar auto. Het Hof kent bij de afweging om te komen tot het antwoord op die vraag betekenis toe aan de gedragingen van verweerder in de procedure voor het Hof. Verweerder heeft het Hof en, wat in dit verband nog belangrijker is, ook belanghebbende geconfronteerd met een chaotisch dossier dat fragmentarisch en op allerlei tijdstippen, maar doorgaans niet op de tijdstippen die bij en krachtens de wettelijke bepalingen zijn voorzien, bijeen werd gebracht. Uiteindelijk is pas in vijfde instantie het dossier compleet geworden.
Van verweerder mag evenwel worden verwacht dat zij, als professionele procespartij, zonder gebreken en op de geëigende tijdstippen de processuele handelingen verricht die in een eenvoudig belastinggeschil als het onderhavige van haar mogen worden verwacht. Daar komt nog bij dat beide vertegenwoordigers van verweerder, en ook nog los van elkaar, te laat ter zitting verschenen. Afgezien van een enkel excuus ter zitting over het ontbreken van een publicatie van een wijzigingsverordening heeft verweerder geen redenen aangevoerd, laat staan verontschuldigingen ingebracht voor zijn handelswijze bij de verschillende beschreven gelegenheden. Gelet op de omstandigheid dat verweerder zich in de loop van deze procedure verschillende verzuimen heeft gepermitteerd, die naar haar kennelijke oordeel zonder gevolgen moeten blijven, had het haar gepast het verzuim van belanghebbende als een geval van overmacht aan te merken en dat verzuim alsnog zonder gevolgen te laten. Het Hof oordeelt op grond van het vorenstaande dat sprake was van een geval van overmacht, waardoor vernietiging van de naheffingsaanslag geboden is.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.