Tariefverschuiving is niet ‘devoid of reasonable foundation’

In de gemeente Nijmegen is in 2018 de OZBG geheel afgeschaft. X stelt dat de tarieven van de OZBE hierdoor te veel zijn gestegen. Het hof overweegt dat een zakelijkgerechtigden- en een gebruikersbelasting kunnen worden geheven, en dat het een gemeenteraad in beginsel vrij staat om geen, beide, of één van deze afzonderlijke belastingen in enig jaar te heffen. De macronorm is geen wettelijke norm waarop X zich kan beroepen. Het hof overweegt verder dat de tariefstijging van de OZBE fors is, een ruime verdubbeling vanaf 2014 tot 2019. Daar staat tegenover dat andere gemeentelijke heffingen zijn afgeschaft of verlaagd. Hierbij zijn legitieme doelen nagestreefd. Aannemelijk is dat, met de afschaffing van de OZBG, de perceptiekosten voor gemeentelijke heffingen zijn gedaald. Verder is gesteld dat de leegstand van niet-woningen wordt tegengegaan, omdat de eigenaar, indien sprake is van leegstand, de hogere OZB niet (deels) kan afwentelen op de huurder/gebruiker. Niet kan worden gesteld dat de tariefverschuiving ‘devoid of reasonable foundation’ is. De tarieven zijn verder niet zodanig hoog, ook niet indien de (relatieve) tariefstijging in ogenschouw wordt genomen, dat op stelselniveau sprake is van een schending van art. 1 EP (nieuwsservice 2021, week 7). De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond met toepassing van art. 81 RO. 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.