Rioolheffing; indirecte kosten lasten ter zake, ongeacht of deze meer dan zijdelings betrekking hebben op de kostenplaats “riool”

X stelt dat alleen die indirecte kosten mogen worden meegenomen die meer dan zijdelings (voor meer dan 10%) zien op de kostenplaats “riool”, en dat alleen deze indirecte kosten vervolgens, volgens een verdeelsleutel, deels als last in aanmerking kunnen worden genomen. De heffingsambtenaar van de gemeente Ede stelt dat alle indirecte kosten via een verdeelsleutel alsnog moeten worden toegewezen aan de verschillende kostenplaatsen, waaronder de kostenplaats “riool”. Het hof oordeelt dat de door de heffingsambtenaar gevolgde methodiek, waarbij een deel van alle indirecte kosten, ongeacht of deze meer dan zijdelings betrekking hebben op de kostenplaats “riool”, als last ter zake kunnen worden aangemerkt, in beginsel aanvaardbaar is. Die methodiek is beschreven in de Notitie Overhead van de Commissie BBV van juli 2016 en is vastgelegd in de Financiële verordening. Het deel van deze kosten dat volgens een verdeelsleutel als last ter zake in aanmerking wordt genomen moet redelijk zijn, en moet bij betwisting door de heffingsambtenaar kunnen worden onderbouwd, hetgeen volgens het hof is gebeurd (nieuwsservice 2021, week 12, ECLI:NL:GHARL:2021:2556). De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van X met toepassing van art. 81 RO ongegrond. 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.