Bouwleges; toetsing opbrengstnorm op verordeningsniveau

Belanghebbende heeft een aanslag bouwleges opgelegd gekregen van de gemeente Wisch. In beroep is onder andere in geschil of de Verordening in strijd komt met artikel 229b van de Gemeentewet.
In zijn arrest van 7 mei 2004, nr. 37.375, gepubliceerd in VN 2004/24.26 heeft de Hoge Raad met betrekking tot de Verordening Zeehavengeld 1990 van de gemeente Rotterdam geoordeeld dat het Hof er bij de berekening van het in artikel 229b Gemeentewet vermelde maximum terecht vanuit is gegaan dat alle geraamde baten en alle geraamde lasten ter zake in de berekening moeten worden betrokken. Dit brengt mee dat wanneer – zoals te dezen – in een Verordening – verschillende belastbare feiten zijn opgenomen de in artikel 229b Gemeentewet neergelegde toets op het niveau van de Verordening en niet op het niveau van de daarin geregelde afzonderlijke diensten moet worden toegepast. Het Hof ziet geen aanleiding om voor een Legesverordening waarin verschillende belastbare feiten zijn geregeld anders te oordelen dan voor voornoemde Verordening Zeehavengeld, waarin zulks ook het geval was. Het beroep is in zoverre niet gegrond.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.