Leges; niet voldoende nauwkeurig inzicht leidt tot onverbindendheid

Belanghebbende heeft een aanslag bouwleges 2001 ontvangen. Tussen partijen is in geschil of de gemeente op controleerbare wijze heeft vastgelegd welke kosten zij via het heffen van de leges wil verhalen en of de geraamde baten van de afzonderlijke in geding zijnde leges de geraamde lasten overstijgen? Zoals de Hoge Raad heeft overwogen in zijn arrest van 3 november 1999, BNB 1999/448, dient een gemeente bij het bepalen van de kosten van een voorziening of een dienst een zo nauwkeurig mogelijke raming te maken en dient vervolgens het tarief van de heffing zodanig te worden vastgesteld dat geen winst wordt gemaakt. Voorts heeft naar het oordeel van het hof te gelden dat indien een gemeente voor verschillende voorzieningen of diensten afzonderlijke heffingen in rekening brengt, de kostenramingen per afzonderlijke heffing moeten worden gemaakt en dat de tarieven voor de afzonderlijke heffingen zodanig moeten worden vastgesteld dat met elk van die heffingen geen winst wordt gemaakt.
Het hof acht aannemelijk dat de cijferopstelling die de gemeente aan belanghebbende heeft doen toekomen is gekopieerd uit de begroting die ten grondslag heeft gelegen aan de vaststelling van de tarieven voor de onderhavige leges.
Deze cijferopstelling vormt echter naar het oordeel van het hof niet een zo nauwkeurig mogelijke raming van de kosten van elke afzonderlijke dienst waarvoor leges in rekening is gebracht.
De ambtenaar heeft immers ter zitting verklaard dat de Gemeente er gemakshalve voor heeft gekozen voor veel kleinere posten zowel het bedrag aan baten als dat aan lasten op nihil te stellen en alle lasten van deze en vergelijkbare kosten - waaronder die van het ambtelijk apparaat - bij elkaar te nemen onder de post bouwvergunning. In deze verklaring ligt de erkenning besloten van de stelling van belanghebbende dat de Gemeente lasten waarvan men wist dat zij gedekt werden door andere heffingen heeft toegerekend aan de grote post bouwvergunningen. Voorts acht het hof aannemelijk dat de Gemeente moet hebben begrepen dat het hier niet om relatief onbetekenende verschuivingen ging.
Nu aan de tariefvaststelling voor de verschillende aan belanghebbende in rekening gebrachte leges niet een zo nauwkeurig mogelijke raming van de kosten ten grondslag is gelegd, moet de tarieventabel onverbindend worden verklaard.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.