Rioolrecht; toerekening rentekosten aan investeringen

Belanghebbende stelt dat de post rentekosten ten onrechte tot de rioleringskosten is gerekend. Dienaangaande overweegt het Hof als volgt.
De gemeente heeft uiteengezet hoe het omslagpercentage van 6,9% is berekend: 'De financiering van investeringen vindt plaats op de kapitaalmarkt waar leningen met een langere looptijd worden verhandeld. (..) De met de financiering samenhangende rentelasten worden door middel van een zogenoemd omslagstelsel doorberekend aan de gemeentelijke organisatieonderdelen die investeringen in hun beheer hebben; dit wordt de omslagrente genoemd. Daarbij is het streven gericht op een evenwichtige ontwikkeling van het omslagpercentage en het niet direct hierin verdisconteren van de schommelingen van de geld- en kapitaalmarktpercentages. Hierdoor wordt verstoring van het (meerjarig) begrotingsbeeld voorkomen. Een en ander wordt geëffectueerd met behulp van een egalisatiefonds.' Aldus brengt de afdeling financiën een omslagrente aan de gemeentelijke diensten in rekening over de boekwaarde van de investeringen bij de aanvang van een jaar, welke rente met ingang van 1997 ten opzichte van 1996 is verlaagd van 7,3% naar 6,9%. De gehanteerde systematiek, die naar het oordeel van het Hof niet in strijd is met enige rechtsregel, brengt mee dat, anders dan belanghebbende betoogt, het rentetarief kapitaalmarkt op 1 januari 1997 of in de loop van 1997 niet bepalend is voor de aan de rioleringsuitgaven toegerekende rentekosten. Ook overigens levert de door de gemeente gehanteerde systematiek van toerekening van rentekosten aan de investeringen in de riolering een aanvaardbare raming van aan de riolering verbonden lasten op.
Nu de gemeente het tarief van het aansluitrecht riolering en van het afvoerrecht riolering met terugwerkende kracht tot 1 januari heeft verlaagd in verband met de blijkens eerdere jurisprudentie ten onrechte tot de rioleringskosten gerekende uitgaven, terwijl daarbij bovendien nog een niet onaanzienlijke 'veiligheidsmarge' in aanmerking is genomen, en nu omtrent de resterende rioleringsuitgaven niet aannemelijk is geworden dat deze onvoldoende verband houden met de riolering om verhaal daarvan door middel van een rioolrecht te rechtvaardigen, kan niet worden gezegd dat de tarieven zijn vastgesteld in strijd met het bepaalde in artikel 229b van de Gemeentewet.
 

Terug naar kennisbank

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.