03 februari 2020Fiscaal advies

De accountant heeft v.w.b. (spaar)voorzieningen bij rioolheffing niet altijd gelijk!

Robert Duits

Fiscaal adviseur lokale belastingen

Een aantal weken geleden werd ik door een gemeente gebeld met een interessante casus. De gemeente maakte voor de rioolheffing in het verleden gebruik van een drietal voorzieningen: voor groot onderhoud, voor vervangingsinvesteringen en een spaarvoorziening. Door het opnemen van spaarbedragen aan voorzieningen kunnen (grote) schommelingen in de tariefstelling worden voorkomen. Daarom kunnen dergelijke spaarbedragen ook meegenomen worden in de tariefstelling. Maar dan dient wel voldaan te zijn aan een aantal spelregels.

De desbetreffende gemeente heeft sinds kort een nieuwe accountant en die adviseerde dus om de drie voorzieningen te integreren in één voorziening. Deze wijziging is in december 2019 ook doorgevoerd. Daardoor is eigenlijk alleen nog maar sprake van een spaar-/egalisatievoorziening. Alhoewel zelden als zodanig aangeduid, zijn de drie voorzieningen daarmee opgegaan in een voorziening “beklemde middelen derden” (art. 44 lid 2 BBV). Voorzieningen voor groot onderhoud en vervangingsinvestering zijn gebaseerd op art. 44 lid 1, onderdelen c en d BBV. De vraag die gesteld kan worden is of het samenvoegen van de drie voorzieningen in één enkele spaarvoorziening niet tot fiscaal-juridische risico’s leidt? De rioolheffing is immers een bestemmingsheffing die maximaal kostendekkend mag zijn. Dotaties aan voorzieningen zijn ook steeds vaker onderwerp van geschil in fiscale procedures.

De Hoge Raad heeft in september 2019 uitspraak gedaan in een procedure van de gemeente Menterwolde (ECLI:NL:HR:2019:1424). De Hoge Raad bevestigt in deze uitspraak het oordeel van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat een dotatie aan een egalisatievoorziening geen boekhoudkundige sluitpost mag zijn, waarbij eventuele overschotten die op ramingsbasis ontstaan
(zonder verdere onderbouwing ‘afgeroomd’ worden door een storting in de voorziening. Ook bij dotaties aan een egalisatie-/spaarvoorziening dient aansluiting gemaakt te kunnen worden met toekomstige (vervangings)investeringen of onderhoudswerkzaamheden in het rioleringsplan of afvalwaterbeleidsplan. De gevolgen van een niet goed te onderbouwen dotatie aan een egalisatievoorziening kunnen verstrekkend zijn, want in de Menterwolde-zaak werden alle aan een woningcorporatie opgelegde aanslagen voor één belastingjaar vernietigd.

Een vaak gehoord argument van accountants om één enkele spaarvoorziening te hanteren is dat dit tot administratieve voordelen leidt. Er hoeft dan immers niet meer zo’n strikt onderscheid gemaakt te worden tussen toekomstige kosten voor onderhoud en vervangingsinvesteringen. Dat onderscheid is vaak namelijk niet makkelijk inzichtelijk te krijgen. Het nastreven van zoveel mogelijk administratieve eenvoud is op zich een doel waarin vrijwel iedereen zich wel zal kunnen vinden. Maar uit het arrest Menterwolde blijkt dat ook bij het hanteren van één voorziening nog steeds aansluiting gemaakt moet kunnen worden bij voorgenomen investeringen uit een rioleringsplan of afvalwaterbeleidsplan. En als nu juist besloten is om één voorziening te hanteren omdat het onderscheid tussen toekomstige onderhoudslasten en investeringen lastig te duiden is, kan in zo’n situatie wel aansluiting gemaakt worden met de voorgenomen lasten in het rioleringsplan?

Ook in de notitie ‘Riolering’ van de Commissie BBV (hierna Com. BBV) van november 2014 wordt uitvoerig ingegaan op de opties die het BBV biedt voor het egaliseren van de lasten. Een 44 lid 2 BBV-voorziening kan volgens de Com. BBV uit praktisch oogpunt worden samengevoegd met een voorziening vervangingsinvestering. Maar administratief moet het onderscheid wel worden bijgehouden, ook al omdat de afwikkeling tussen beiden verschillend is. De voorziening groot onderhoud kan niet met de resterende voorzieningen riolering worden samengevoegd maar moet apart zichtbaar worden gemaakt. Het samenvoegen van drie voorzieningen is daarmee niet in overeenstemming met de stellige uitspraken van de Com. BBV. Ook daardoor is de voorgestane samenvoeging niet aan te bevelen.

In het voorjaar van 2020 zal een nieuwe Notitie Lokale Heffingen van de Com. BBV verschijnen. Daarin zal zeker ook ingegaan worden op de verschillende soorten voorzieningen. Maar ook zonder op de hoogte te zijn van de inhoud van deze nieuwe notitie verdient het aanbeveling om voorgestane wijzigingen in voorzieningen (en eventueel ook reserves) kritisch te beoordelen en te toetsen aan de fiscale jurisprudentie en de stellige uitspraken van de Com. BBV. De accountant heeft immers niet altijd gelijk!
 

Robert Duits

Fiscaal adviseur lokale belastingen

Ruim 20 jaar werkzaam in de Wet WOZ en de lokale belastingen. Gespecialiseerd in de Wet WOZ, rioolheffing, verblijfsbelastingen, ondernemersfondsen en kostentoerekeningen.

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.